Vandaag, 2O maart, is -volgens onze noorderburen- een dag, speciaal voor vriendinnen. Dit vonden wij de perfecte gelegenheid om mevrouw Bogaert en mevrouw Callewaert te interviewen.

Door Gian De Vos (4D) – Project Reporter

Gian: Als jullie geen leerkrachten waren geworden, wat zouden jullie dan wel gedaan hebben?

Mevrouw Callewaert: Als jong meisje van 17-18 jaar droomde ik ervan om airhostess te worden. Ik zou bij Sabena gaan werken …  Verre bestemmingen ontdekken, een leven vol avontuur en vrijheid …. Ooooh ! Ik zag dat helemaal zitten! Mijn ouders waren minder enthousiast …. ‘ Jij ziet daar  alleen maar het schoonste van ‘ zei mijn moeder. ‘  Zorg er maar eerst voor dat je een degelijk diploma behaalt! Daarna kan je nog altijd jouw droom achterna gaan. ‘

Na mijn studies heb ik toch gesolliciteerd in het onderwijs en het lesgeven beviel mij echt wel. Uiteindelijk ben ik dus blijven plakken in het onderwijs en die opleiding als airhostess is er nooit van gekomen.

Mevrouw Bogaert:  Ja, ik zou in dezelfde branche belanden. In een reisbureau werken, heb ik altijd wel willen doen. Ik zou dus ook de opleiding toerisme hebben gevolgd. Ik keek ernaar uit om van tijd tot tijd een hotel te gaan verkennen en evalueren. Zulke opdrachten zag ik wel zitten. Dat was toen ook nog de tijd dat reisbureaus floreerden. Ik wou ook nog een gezin, dus ik vond dat de ideale combinatie. Maar dat was ook een onzekere toekomst en toen is een beetje hetzelfde gebeurd als bij mevrouw Callewaert… Ik heb dan toch het zekere voor het onzekere genomen, op aandringen van mijn ouders, en voor het onderwijs gekozen. De toekomst en tewerkstelling waren in de jaren ‘90 ook heel onzeker.

Mevrouw Bogaert +Mevrouw Callewaert: Ja, dat leek ons wel leuk. Restaurants gaan bezoeken en gaan eten op de kosten van onze baas, reviews schrijven, om te gaan logeren op een locatie in stijl en gastronomische te gaan dineren. 

Gian: Wat waren jullie grootste blunders?

Mevrouw Callewaert:  Dat moet anno 1996 geweest zijn … Ik kreeg telefoon van de toenmalige directie –  Mevrouw van Rentergem:  ze zochten een interimaris voor Frans … in Evergem. Euh … Evergem????  Waar ligt dat???? Dat zal niet bij de deur zijn – dacht ik. (Ik woonde op dat moment nog bij mijn ouders in Tielt in West-Vlaanderen.) Een gps bestond toen nog niet, dus informeerde ik via via hoe ik er kon geraken. Op een bepaald moment moet ik een verkeerde weg hebben ingeslagen ( typisch ik! ) waardoor ik uiteindelijk in Langerbrugge ben gesukkeld …. óp van de zenuwen heb ik daar de overzetboot moeten nemen !

Gelukkig was ik nog net op tijd voor mijn sollicitatie. Ik had er meer dan anderhalf uur over gedaan. Ik dacht, oh jee, elke dag die overzetboot nemen … ! Dat kan toch niet! Dat zag ik niet zitten! Gelukkig bleek nadien dat er een eenvoudiger reisroute bestond…

Mevrouw Bogaert: In Doornzele deden er zich soms wel grappige taferelen voor. De directie, zuster Urbana, zette ons voor alles in. Zo heb ik daar ook nog Frans gegeven in 1B terwijl ik er totaal niet voor opgeleid was. 

Ik herinner me ook nog dat we  voor de Kerstviering liedjes moesten oefenen.

De zuster dirigeerde en zong met meerdere klassen samen, maar op een gegeven moment werd ze opgebeld en weggeroepen en ze stelde me voor een voldongen feit:’Ja, mevrouw Nathalie, neem maar over…’

En ik stond daar vooraan. Ik kan echt niet zingen! Ik zing zo vals als een kat  Meer dan een lesuur lang heb ik daar het zangkoor geleid.  Zoiets mocht ze mij nooit meer vragen!  

Gian: Welke ervaringen zijn jullie -in de tijd dat u hier op school werkt- bijgebleven?

Mevrouw Callewaert: Goh, het is een aaneenschakeling van fijne momenten, denk ik . Om er eentje te noemen:  in den tijd, toen restaurant Christoffel nog open was, gingen wij vaak samen een dagschotel eten en als het hespenrolletjes waren, maakte dat altijd onze dag goed!  We keken er dan zo hard naar uit, van ‘s ochtends vroeg al. Eens buiten de schoolmuren gaan lunchen  om bij te babbelen… dat mis ik toch wel.

Mevrouw Bogaert: Ja, de koffie en de lunchpauzes fleurden zo altijd wel de dag op. En nu gaat dat even niet meer. 

Mevrouw Callewaert: Ik kan ook enorm genieten van mooie spreekbeurten. Mijn tweedejaars hebben dit jaar weer schitterende presentaties naar voor gebracht. Dat geeft mij altijd zo’n fijn gevoel. Dan denk ik: ja, daarvoor doe ik het! 

Gian: Wat stoort jullie het meest aan het huidige schoolsysteem?

Mevrouw Callewaert:  ‘Den IT.’ Digitaliseren is totaal mijn ding niet! Het duurt bij mij altijd een hele tijd vooraleer ik die dingen onder de knie heb , en op het moment dat het me dan eíndelijk lukt, wordt het afgeschaft of moet het weer anders. Ik krijg daar de kriebels van, STRESS krijg ik daarvan! Computers zijn voor mij foltertuigen. ☹

Mevrouw Bogaert: Ergernissen op ICT- vlak hebben we allebei. Het is ook veel afstandelijker. 

Gian: Waar hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet? Was dat hier op school?

Mevrouw Bogaert: Ja, inderdaad, Ik denk zelfs, Natalie, dat dat nog in Doornzele was. Ik was daar toen gestart en jij kwam daar om enkele uren Frans te geven. Zo zijn wij daar in de leraarskamer aan de babbel geraakt. 

Toen kon je nog 50 minuten aan een stuk gezellig een koffieklets houden. Nu gaat dat niet meer. Dat is ook een van onze ergernissen. Een babbeltje aan het kopieerapparaat, daar heb je nu gewoon de tijd niet meer voor. 

Gian: Zien jullie elkaar ook nog vaak buiten school of hebben jullie gezamenlijke hobby’s? 

Mevrouw Callewaert: Door de afstand niet, nee. Maar we houden wel contact in het weekend  via Whatsapp. We wisselen wel eens wat tips aan elkaar uit maar voor de rest… niet echt. 

Gian: Helpen jullie elkaar soms in het maken/ opstellen van lessen/ toetsen of andere schoolgerelateerde zaken?

Mevrouw Callewaert: Nee, omdat we een verschillende vakken geven.

Gian: Hoelang zijn jullie al bevriend?

Mevrouw Callewaert: Dat moet ongeveer 25 jaar zijn, niet?

Mevrouw Bogaert: Ik denk ook zo van 1995 – ‘96. Maar ik ben zelf ook oud-leerling hé, Ik heb hier het 3e, 4e, 5e en 6e gedaan. Daarna nog drie jaar hoger onderwijs en dan nog 2 jaar Don Bosco (interim) en dan naar hier. Waarschijnlijk dus eerder rond de 26 jaar. 

Gian: Hebben jullie contact kunnen houden tijdens de coronaperiode?

Mevrouw Bogaert: Ja, vooral via de gsm, berichtjes en fotootjes en zo. 

Gian: Hebben jullie zo ook al in de voorbije jaren uitstappen gedaan? Of reizen 

Mevrouw Bogaert: Privé niet, maar met school wel. Wat hebben wij gedaan …

Mevrouw Callewaert:  Parijs. 

Mevrouw Bogaert: Waar heb jij eens je sleutel laten liggen op je kamer? 

Mevrouw Callewaert:  Ja, dat was Parijs. Ik was de hotelsleutel vergeten afgeven aan de receptie … en iedereen zat al op de bus.

Mevrouw Bogaert: Dat was toen dat mevrouw West nog mee was als leerling. 

Gian: Wat zijn jullie raakpunten? 

Mevrouw Callewaert: We houden allebei van decoreren en mooie interieurs. Als het tijd is om de kerstversiering boven te halen, sturen we vaak foto’s naar elkaar, wisselen we ideetjes uit en  geven we elkaar soms ook tips. 

Mevrouw Bogaert: We wisselen ook regelmatig tijdschriften aan elkaar uit. Tijdschriften zoals Tijdloos Wonen en zo. Net zoals interieur zijn we ook wel geïnteresseerd in leuke tuinen. Op dat vlak wisselen we ook veel ideeën uit.

Mevrouw Callewaert: Samen een boetiekje opstarten zou ik ook wel zien zitten. Op dat vlak hebben we ook veel raakpunten. Als kind heb ik trouwens vaak winkeltje gespeeld. Maar ook schooltje! De leerlingen … dat waren mijn poppen en beren. Sofie, een van mijn poppen, moest altijd in de hoek staan omdat ze niet kon zwijgen!

Mevrouw Bogaert: Mijn jongere broer was altijd mijn leerling als ik schooltje wou spelen. 

Gian: Gaan jullie iets speciaal doen op vriendinnendag? 

Mevrouw Bogaert: De horeca is nog niet open hé? We zullen dat met uitstel moeten vieren. Er eentje op drinken lijkt me wel een goed idee. Je kan nu ook niet veel doen, hé. En aangezien we niet zo voor die Google meet toestanden zijn … Geen digitieven dus.

Mevrouw Callewaert:  Doe voor mij maar een digestief! ☺